Ik heb een fiets. Een doodgewone fiets met versnellingen, een paar lampjes van de Action en een zadel waar de plakkerige vulling van naar buiten komt. De kettingkast van mijn fiets zit los en de bel ontbreekt al een aantal jaren. Maar ik ben blij met deze oude rot in het vak. Niks accu’s en ledverlichting. Gewoon een ouderwetse fiets met roest en spinnenwebben aan het stuur.
Tegenwoordig zie je bijna niet meer van zulke fietsen. Vrijwel iedereen fietst op een hypermodern ding met een rek voorop waar puberende jongetjes bij voorkeur een krat Heineken op zetten en die puberende meisjes en jonge moeders versieren met plastic nepbloemen. Elke moderne fiets is uitgerust met een accu. Een elektrische fiets. Alsof de zwaartekracht is omgekeerd, razen de gebruikers over de belachelijk steile kluften omhoog in het Noord-Hollandse duingebied. Levensgevaarlijk, als je het mij vraagt.
En dan heb je nog de nieuwste hype. De bakfiets. Trapte de groenteboer zich vroeger een ongeluk op een volgeladen fiets met een zware bak ervoor, tegenwoordig zijn de bakfietsen weggelegd voor luie, verwende vaders en moeders. De bakfietsbrigade is in opkomst en ik heb het frustratiezweet in mijn handen als er ze in de buurt zijn. De bakfietsen van nu zijn namelijk uitgerust met een accu. Niks je in het zweet trappen, hup, volladen die bak met een paar dreumesen en starten maar. Zo makkelijk die dingen. Je kunt ze volgens de gebruikers ervan ook gewoon midden op de weg parkeren trouwens.
Ik heb er een trauma van.
Vroeger was de zondag nog een echte rustdag. Winkels waren potdicht en er was werkelijk waar geen reet te doen. Bij het eerste het beste glimpje zon togen we dus als gezin naar het bos, om een lekker stuk te gaan wandelen. Voor ons was buiten zijn overigens meer regel dan uitzondering, in tegenstelling tot de huidige tijd waarin kinderen bij voorkeur de hele dag op de bank liggen met hun Ipad. Afijn, wij wandelden met onze rubberlaarsjes en zelf gebreide mutsjes op door duinen, bossen en andere natuurgebieden. Mijn voorliefde voor buiten zijn en de natuur is daar ontstaan. Mijn broers daarentegen deden onderweg niks anders dan jammeren en zaniken om een ijsje; die gingen op zondag liever met hun rubberlaarsjes op hun prutterig weiland een potje voetballen. Maar we gingen toch, dus zij ook.
Tegenwoordig is het allemaal anders. Als jong gezin ben je druk met werken en met je sociale leven. Het is dan echt een heel goed idee om een hond te nemen. Vinden sommigen dan. Dus je hebt een carrière, een dikke auto voor de deur, en dan ook nog een hond, want dat is leuk. Na een paar jaar moet er dan ook een kind komen want dat hoort er tenslotte bij. En met de komst van het wondertje, is er weinig tijd meer voor de hond. Shit, die moet wel af en toe naar buiten. En voor het kind is het ook goed om een keer per week buiten te komen, dus we gaan op zondag (want de rest van de week zit volgepland met andere dingen), als het enigszins mooi weer is, met het hele gezin inclusief hond naar buiten. Op de fiets. Maar hoe dan?
De elektrische bakfiets is dé oplossing. Ik heb het aan den lijve ondervonden. Het jonge gezin stopt kind, wat speelgoed en een tas met ondefinieerbare inhoud in de bak van de elektrische bakfiets. Moeder berijdt haar eigen fiets (elektrisch uiteraard, want je moet wel met de tijd meegaan) en vader stapt op het fietsgedeelte van de bakfiets. “We gaan!”
Oh, de hond. Die moet ook mee. Nou, aangezien een hond vier poten heeft, kan die mooi naast de elektrische bakfiets meelopen. Rennen eigenlijk, want een elektrische bakfiets gaat best hard. Het geluk is compleet, op naar de duinen.
En daar liep ik. Met twee honden aan de riem. In het duingebied lopen ook runderen en pony’s, dus er zijn hier en daar wildroosters en hekjes voor ruiters en voor wandelaars met honden geplaatst. Door zo’n hekje moet ik dus ook als ik met het gespuis in de duinen wandel.
Op het moment dat ik door het hekje wil, komt de bakfietsbrigade er aan scheuren. Behalve het feit dat ze het complete pad in beslag namen (moeder, daarnaast de bakfiets en daarnaast de hond), kan de hond niet over het wildrooster. Hoe graag het gelukkige gezin dat ook wil, dat lukt eenvoudigweg niet.
Dus dan moet de hond door het hekje, en de rest van de brigade over het wildrooster. Je kunt je misschien wel voorstellen wat een chaotisch gebeuren dat is geweest. Zeker omdat mijntwee honden het niet zo gezellig vinden om tegelijk met een vreemde hond, rennend naast een elektrische bakfiets, door hetzelfde hekje te gaan.
Om dit lange verhaal kort te maken, mijn rechterwijsvinger is nog steeds aan het genezen. De hondenriem sneed het bovenste deel er bijna vanaf toen de bakfietsbrigade hond, elektrische mamafiets en elektrische bakfiets met jengelende dreumes allemaal tegelijk over het rooster en door het hekje manoeuvreerde. Tegelijk met mij en mijn honden.
Terwijl de elektrische moeder en vader onverstaanbare kreten uitsloegen, vlogen de honden elkaar in de haren. Hekje, rooster, honden, hondenriemen. Het verstand van de bakfietsbrigade zit in de techniek van de fiets, vrees ik, en niet in de gebruikers ervan.
Beste bakfietsbrigade: het paste niet. En echt, je doet die hond er geen plezier mee om naast een elektrische bakfiets te rennen. Hopelijk tot nooit weer ziens.



Leuk verhaal, zie t helemaal voor me en voel de irritatie tegen iedereen die denkt dat ‘t duin alleen voor hem of haar is, ipv voor iedereen, grrrrr.
En als je t leuk vindt, kijk eens op:
http://cestlavie-linda.blogspot.com/
LikeLike